Iedereen die een maatschappelijke verantwoordelijkheid draagt, kan taboedoorbrekend werken

Similes wordt op het terrein goed onthaald. Dat zien we bijvoorbeeld in onze hoofdstad Brussel, maar ook in kleinere steden zoals Diksmuide. Achter die politieke steun schuilt ook vaak een persoonlijk engagement. Onder politici en beleidsmakers zijn er natuurlijk ook naastbetrokkenen.

Bianca Debaets, parlementair in het Brussels gewest en Lies Laridon, burgemeester van Diksmuide, zijn vrouwen die vanuit hun hart en kunde doen wat ze moeten doen. Ze hebben een groot hart voor personen die kwetsbaar staan in onze maatschappij en staan allebei op hun eigen manier dicht bij mensen met een psychische kwetsbaarheid.

Wie zijn zij?

Bianca Debaets

Bianca Debaets groeide op in Middelburg, de kleinste deelgemeente van Maldegem, op de grens met West-Vlaanderen en Nederland. Zij komt uit een klassiek Vlaams gezin, met roots in de landbouw. Haar ouders waren sterk geëngageerd in het dorp, in de parochie en in het verenigingsleven. Toen zij na haar studies in Brussel terechtkwam, werd zij geconfronteerd met de hoge noden van de grootstad: armoede, daklozen, kwetsbare mensen. Ze koos er bewust voor om niet aan de kant te blijven staan en was vastberaden om mee te werken aan een positief verhaal voor Brussel. Deze keuze rolde ze verder uit tijdens haar politieke werk. Ze was tot voor kort Staatssecretaris in de Brusselse regering en zetelt nu in het Brussels parlement. Haar sociaal engagement is net sterker geworden in Brussel. Ook het gezin waar Bianca is opgegroeid, met de problematiek van haar vader die op een moment door een depressie ging, heeft haar levenspad mee getekend. Deze factoren zorgden ervoor dat ze uitgroeide tot een sociaal geëngageerde vrouw die de gevoeligheden van mensen hoort en ziet.

Lies Laridon

Lies Laridon is geboren in Diksmuide, een pure West- Vlaming. Zij komt uit een politiek gezin: haar vader was burgemeester van Diksmuide. Zelf was ze lang OCMW-raadslid in Diksmuide. Deze functie heeft haar van dichtbij de grote eenzaamheid op het platteland, de sociale noden en de armoede laten voelen. Die confrontatie met mensen in nood zowel vanuit financiële en materiële noden, als vanuit psychische en sociale noden hebben haar politiek engagement alleen maar doen toenemen. Vanuit een ingesteldheid om ‘mensen graag te zien’ en ‘het beste uit jezelf te halen’, zoals Laridon het zelf zegt, kan je heel veel bereiken. Via haar persoonlijke ervaring als familie van personen met een psychische kwetsbaarheid en via haar politieke mandaat draagt zij haar steentje bij aan een warmere samenleving.

Op lokaal niveau: Lies Laridon

In de Westhoek is er nog veel onontgonnen gebied op vlak van de geestelijke gezondheidszorg. Er is bijvoorbeeld weinig uitgebouwde zorg vanuit de ziekenhuizen. De dichtste residentiële psychiatrische verblijven liggen vaak op een afstand van 25 kilometer. Dit betekent voor familie heel wat organisatie. Binnen die structuur van zorgaanbod ligt Diksmuide wat op de grens tussen het Noorden en het Zuiden van West-Vlaanderen. Op vlak van mobiele teams leunen zij aan bij het Zuiden, en voor residentiële verblijven bij het Noorden. Er is een lacune qua “zorg-overkoepeling” en daardoor heeft men soms het gevoel dat men in niemandsland zit op vlak van geestelijke gezondheidszorg. Maar er is hoop: er zijn enkele signalen dat dit zich verder zal ontwikkelen.

Als burgemeester heeft Laridon aandacht voor mensen die zich isoleren en uit schaamte niet meer naar buiten durven komen. Ze vertelt: “In Diksmuide heeft men een concreet initiatief genomen om mensen uit hun isolement te halen, en dit door tweemaal per maand een dorpsrestaurant te organiseren. Dit wordt gerund door vrijwilligers, waarbij mensen actief uitgenodigd worden om er naartoe te komen en er bij te komen zitten. Deze personen kunnen ook wel altijd aansluiten bij het woonzorgcentrum voor hun middagmaal, maar dit trekt blijkbaar niet zoveel mensen aan.”

Met dit ‘dorpsrestaurant’ beoogt Lies Laridon een verbinding van mensen. Het initiatief lijkt te werken.. Personen kunnen hier soms gemakkelijker kwijt wat er in hun hoofd omgaat. Dit is niet evident in West-Vlaanderen, waar de gesloten karakters en de fierheid, eigen aan hun specifieke werk in de streek, het moeilijker maken om te praten over die dingen die hen bezwaren. “We zijn een volk van binnenfretters”, zoals Laridon het benoemt, wat een obstakel kan zijn om tot een beter niveau van algemeen psychisch welzijn te komen.

Op niveau van de grootstad: Bianca Debaets

Bianca Debaets vertelt hoe het er in Brussel aan toegaat: “Hier is het een andere context, maar de eenzaamheid, het tekort aan verbinding, zowel door kansarmoede als door fysieke beperktheden of psychische kwetsbaarheden scoren hier hoog. Eenzaamheid is binnen de grootstad heel groot en wordt moeilijk doorbroken, omdat er een zekere sociale controle verdwijnt. Mensen verdwijnen in de anonimiteit van Brussel. Bij mensen die echt geïsoleerd leven, en die niet in één of andere verbinding geraken met anderen, speelt de psychische kwetsbaarheid een grote rol. Vanuit het beleid hebben we met verschillende actoren rond projecten gewerkt, met thema’s over eenzaamheid, jongeren, personen met kwetsbaarheid, enzoverder.”

Personen die geïsoleerd raken door hun psychische kwetsbaarheid lijden dikwijls door de stigmatisering en de taboes hierrond. Ook hun familie ervaart dit. Deze vorm van lijden wordt versterkt door de soms negatieve berichtgeving over psychische kwetsbaarheid, door de niet correcte informatie over een ziektebeeld of door onwetendheid. Als familievereniging hebben wij een speciaal oog en hart voor deze doelgroep die zich heel dikwijls in stilte terugtrekt in de anonimiteit. Ook Bianca Debaets heeft aandacht voor dit soort lijden.

Getuigenis Inhoud Liesquote

Politici kunnen nieuwe openingen en perspectieven maken in het omgaan met psychische kwetsbaarheid

Lies Laridon: “We kunnen zeker meehelpen om dit uit de taboesfeer te halen. Als je zelf mensen hebt in jouw familie kan je hieraan meehelpen om daar openlijk over te spreken, in mijn geval is dat mijn moeder en een broer. En dat wordt dan ook gewaardeerd. De meeste Diksmuidelingen weten dat wel, maar als je daarover kunt spreken beseffen anderen dat jezelf zoveel meer bent dan enkel maar die politica.”

Jezelf kunnen tonen in je kwetsbaarheid is een sterkte op zich en kan leiden tot deugddoende contacten. Informatie die je als familielid krijgt over je psychisch kwetsbaar familielid van professionelen speelt ook hier een belangrijke rol. Laridon beaamt dit: “Het is geen evidentie, zeker als het gaat over volwassenen, zoals bij mijn broer en mijn moeder. Automatisch stel je jezelf hierbij vragen: mag ik wel meegaan op consultatie? Ben ik niet te bemoeizuchtig? Is dit niet te indringend? Kom ik niet teveel in zijn of haar privacy? Tegelijkertijd is die betrokkenheid een uiting van zorg voor je familielid. En je wil het gewoon goed doen.”

Het psychisch ziek zijn gaat de hele maatschappij aan. Eén op vier mensen krijgt vroeg of laat af te rekenen met min of meer ernstige psychische problemen. Die gaan soms vanzelf weer over maar ze kunnen ook heel lang aanslepen. Over de periode van een jaar kampen ongeveer 700.000 mensen met een psychisch probleem.

Als je jouw familie, vrienden, collega’s, werkgevers… meetelt, komen er dus nog veel meer mensen mee in aanraking. Veel families van psychisch kwetsbare personen worden niet gehoord, worden niet gezien en krijgen onvoldoende plaats in het ganse traject dat de kwetsbare zelf aflegt. Politici willen mee hun schouders zetten onder een beter beleid. Lies Laridon benadrukt de nood om het taboe te doorbreken: “Deze ontmoeting van vandaag is daarom ook belangrijk, omdat je dit bespreekbaar maakt. Daarover spreken is iets waarmee je de hele maatschappij kunt vooruithelpen. Er is hier geen schaamte voor nodig. Er is niemand beschaamd om te zeggen dat jouw familie een fysieke ziekte heeft, maar men is wel beschaamd om te zeggen dat jouw familielid een psychische ziekte heeft. Voor mij is een psychische ziekte een ziekte zoals een ander, een kwetsbaarheid waarbij we allemaal voor elkaar moeten kunnen zorg dragen. Pas dan kan dit uit de taboesfeer gehaald worden.”

Bianca Debaets: “Iedereen die een maatschappelijke verantwoordelijkheid draagt, moet hieraan meewerken. Het is niet alleen belangrijk om hierover te getuigen, maar ook om hierbij een stap verder te gaan en jezelf ook kwetsbaar durven opstellen. Ik ben blij dat ik aan dit gesprek kan deelnemen. Door zelf over de psychische kwetsbaarheid te spreken, stel je jezelf ook kwetsbaar op. Dat nodigt anderen uit om over hun situatie te ventileren. Ik merk wel een kentering om hierover te spreken. Ik ben zelf ook in therapie geweest en merk dat je dit niet langer hoeft te verstoppen. In mijn vrienden- en kennissenkring is het heel gewoon om te vertellen dat ze vandaag nog naar de tandarts moeten en morgen naar de psychotherapeut. Niemand kijkt hier nog raar van op. Toen mijn papa met een depressie kampte, werd er niet over gepraat. Vandaag laat men die kwetsbaarheid meer toe en zal men ook vlugger professionele hulp zoeken. In die zin is er een tegenbeweging op gang.”

Financiering van de geestelijke gezondheidszorg blijft het mindere broertje in de globale budgettering van de ziektezorg

Kan men als politica dit voldoende agenderen en in de aandacht brengen?

Lies Laridon: “Deze financiering is één van de noden in de hele budgettaire discussie. Vanuit onze functie doen we wat we kunnen doen, wat in onze bevoegdheden ligt. Concreet heb ik als burgemeester van Diksmuide de vraag gekregen van Similes of wij een lokaal ter beschikking konden stellen. Vanuit een positieve blik en vanuit de herkenning van de bestaande nood hiervoor zijn wij hiermee van start gegaan. Er is een grote welwillendheid van het beleid en van de bevolking om dat verder te promoten en hierover verder een netwerk uit te bouwen in verbinding ook met andere noden. Dit is onze manier om vanuit onze gemeenschap mee te werken aan het destigmatiseren van psychische kwetsbaarheid.”

Getuigenis Inhoud Biancaquote2

Bianca Debaets: “Mijn werk is hier in het Brussels Parlement vooral wetgevend. Ik kan wel het beleid aansporen en een item ruimer opentrekken. Op verschillende niveaus zijn er al belangrijke stappen gezet in de geestelijke gezondheidszorg. Zo hebben de eerstelijnspsychologen de bedoeling om de stap naar die specifieke hulpverlening kleiner te maken en ook om het taboe hierrond te doorbreken. Op vlak van het budgettaire heeft de Vlaamse regering de broeksriem wat moeten aanhalen. Maar ook hier moet het volledige plaatje bekeken worden en ziet men dat er niet alleen bespaard wordt, maar ook dat er positieve resultaten naar voor komen. Werkingen rond families werden bijvoorbeeld van besparing gevrijwaard. De hoge cijfers van zelfmoord gaan we niet alleen oplossen met budgetten. We moeten ervoor zorgen dat de psychiatrie minder achter gesloten deuren blijft en dat de eerstelijnszorg een belangrijke plaats inneemt.”

Lies Laridon: “In Diksmuide hebben wij ook een eerstelijnspsycholoog ingeschakeld om die afstand tussen de personen met een nood en de professionelen kleiner te maken. Als familie heb je geen zicht op alle mogelijkheden. Vandaar het grote belang dat van bij de opstart de familie meegenomen wordt in het ganse traject van zorg, en niet alleen bij crisis. Men moet proactief kunnen in gesprek gaan.”

Bianca Debaets: “Met mijn vader ging het op een bepaald moment niet goed. Maar niemand vroeg in die periode hoe dat voor mij en mijn mama was. Als er al iemand iets durfde vragen was het aan mijn vader zelf en dan met de gekende ‘hoe ist’, op zijn West-Vlaams. Dat werd ook nooit een gesprek, maar de intentie was er misschien wel. Leven met een familielid met psychische kwetsbaarheid heeft een impact op de relaties binnen het gezinsleven. Dat was even zwaar voor mijn moeder en voor mij. Maar niemand vroeg ons ‘hoe is het met jou?’ Vandaar dat ik het zo belangrijk vind wat jullie als familievereniging doen. Dit is zo waardevol en sterk.”

Welke droom houden jullie over vanuit jullie eigen ervaring, vanuit jullie functie voor familie van personen met een psychische kwetsbaarheid?

Lies Laridon: “Een boodschap voor zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg: wacht niet tot wanneer familie komt aankloppen aan de deur. Nodig hen uit, betrek hen in het traject, zodat zijzelf ook kunnen groeien in het omgaan met die gevoeligheden, zodat zij dit ook een plaats kunnen geven in hun eigen leven.”

Familieleden hebben dikwijls het gevoel dat zij zichzelf er echt moet tussen wringen, zeker als het over volwassenen gaat. Ook Lies Laridon getuigt in het gesprek over die onwetendheid als familielid. Tot op vandaag weet ze nog steeds niet of er een diagnose gesteld is bij haar broer, bij haar moeder.

Bianca Debaets: “Mijn droom voor de geestelijke gezondheidszorg is dat we deel kunnen uitmaken van een warmere samenleving, waar we vooral tijd maken voor mensen die het moeilijker hebben. Dat we niet enkel aan die mensen vragen ‘hoe ist’, maar dat we vanuit een warme verbondenheid deze personen ook echt nabij zijn.”

Dromen gaan tot in de kern van ons mens-zijn. Vanuit deze dromen zijn er hoopvolle signalen rondom ons te zien, als men alleen al kijkt hoe het tonen van een psychische kwetsbaarheid ook past en geuit wordt in vormen van nieuw leiderschap.