Communiceren in het gezin

Je familie kies je niet zelf. Maar ze bepaalt wel wie je bent. Familieleden zijn belangrijke ankerpunten in woelige tijden.

Communicatie Gezin

Iedereen zijn eigen rol

Elk gezin, elke familie is een complex netwerk waarin alle leden een eigen en unieke rol opnemen. Die rollen liggen niet vast. Maar er zijn wel een paar terugkerende principes. Ouders staan bovenaan in de hiërarchie. De relatie ouder-kind is anders dan de verhouding tussen broers en zussen.

Moeders gaan anders om met hun kinderen dan vaders, afhankelijk van hun temperament. Zonen hebben andere behoeften dan dochters. Ook plusmama’s en pluspapa’s moeten hun weg zoeken in het nieuw samengestelde gezin.

Onder druk

Wanneer in het gezin iemand kampt met langdurige psychische klachten, staat die hele structuur onder druk. Vaste gewoontes komen op losse schroeven te staan. De rolverdeling begint te schuiven.

Een van de ouders is bijvoorbeeld langdurig afwezig. Daardoor moeten alle taken herschikt worden. Of een zus wordt tijdelijk opgenomen en de ouders besteden veel tijd aan de bezoekjes in een ziekenhuis in een andere stad. ‘Het is beter dat uw partner een tijdje hier blijft’, zeggen ze in het ziekenhuis. Je weet dat het niet anders kan, maar leg je kind maar eens uit waarom dat nodig is.

Een luisterend oor en een stille knuffel

Als ouders problemen hebben, merken kinderen dat. Als een kind ziet dat er iets met vader of moeder aan de hand is, dan roept dat reacties op. Het ene kind zit met vragen en zoekt iemand die uitleg kan geven, een ander gaat piekeren en voelt zich schuldig, of vraagt extra aandacht, of wordt erg behulpzaam…

Kinderen, broers en zussen hebben dan aandacht nodig: een luisterend oor, een antwoord op hun vragen, een bemoedigend woord, een knuffel…


Hoe vertel je het aan je kind? En aan de broers en zussen?

  1. Speel open kaart
    Misschien merk je op het eerste zicht niets aan je kind. Maar dat wil niet zeggen dat er niets aan de hand is. Misschien trekken ze zich wat terug als reactie op de nieuwe situatie. Sommige klachten als hoofdpijn, buikpijn of woede-uitbarstingen lijken eerst niets met de situatie te maken te hebben, maar kunnen wel wijzen op spanningen. Het is dus altijd goed om zelf een gesprek te beginnen en open kaart te spelen. Ook al moet je daar je koudwatervrees voor overwinnen. Sommige kinderen vinden het niet prettig om te gaan zitten voor een gesprek. Ze willen graag praten, maar liever tijdens een onbewaakt moment, in de auto, bij het afwassen of knutselen. Dan voelen ze zich meer op hun gemak.
  2. Praten is ook luisteren
    Als je vertelt wat er aan de hand is, laat dan ook ruimte voor de vragen van je kind. En geef eerlijk toe dat ook jij met vragen zit. Probeer moeilijke woorden te vermijden.
  3. De gewone gang van zaken
    Voor kinderen zorgt regelmaat voor rust en veiligheid. Als er problemen in het gezin zijn, hebben kinderen er nood aan dat sommige zaken hun gewone gangetje gaan. Huiswerk maken, naar de voetbaltraining, op woensdag pannenkoeken bij Oma en zondag Chiro.
  4. Zoek bondgenoten
    Je moet als ouder niet alles alleen doen. Alleen kan je moeilijk alle bordjes in de lucht houden. Schakel familieleden, buren en vrienden in. Breng ook de school op de hoogte. Als de leerkracht of directie weet wat er aan de hand is, kunnen zij je kind beter opvangen.
  5. Een vertrouwenspersoon
    Vaak hebben kinderen behoefte om te praten met iemand anders: met een oom of tante, de buurvrouw, hun meester of juf … Misschien wilt je kind je niet lastigvallen met vragen. Zeg aan je dochter of zoon dat je het goed vindt dat hij of zij over de nieuwe situatie praat met anderen.
  6. Lotgenoten voor je kind
    Praten met lotgenoten die hetzelfde hebben meegemaakt, dat lucht vaak op. Ook voor kinderen. Verschillende Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg organiseren bijeenkomsten waar kinderen en jongeren samen leren omgaan met de psychische problemen van hun ouder(s).